Verhaal van de maand Jasmijn deel 2 - kaft

“Verhaal van de maand” april 2024
Jasmijn is opgegroeid in een drukke stad, waar ze zich nooit thuis heeft gevoeld. Geef haar maar het platteland. Eén zijn met de natuur, daar maak je haar het meest gelukkig mee. Vroeger ging ze dan ook graag logeren op de boerderij van haar opa en oma. Na de dood van haar opa, kan haar oma wel wat hulp gebruiken op de boerderij. Jasmijn komt “to the rescue”. Jasmijn heeft een levendige persoonlijkheid, maar zodra ze in de buurt van dieren is, komt ze tot rust en komen de dieren als vanzelf naar haar toe.

“Verhaal van de maand”

Hieronder kun je deel 2 lezen. Deel 1 gemist? Klik dan hier voor deel 1 van het verhaal van Jasmijn…

Jasmijn – deel 2

Ik haal mijn hand langzaam omhoog. Het is kop. Yes, de geluksmunt heeft naar mijn innerlijke wens geluisterd. Het ligt helemaal niet in mijn aard om rustig af te wachten. Ik zag dat Noah in de richting van de schuur liep, dus daar moet ik heen. Nu de munt heeft besloten dat ik hem ga confronteren, besef ik mij wel, dat ik dit een beetje tactvol moet doen. Het is niet heel handig om hem nu al tegen mij in het harnas te jagen. We zullen elkaar de komende tijd nog wel vaker tegen het lijf lopen. Even schiet de gedachte door mijn hoofd dat ik weleens tegen slechtere lijven aan ben gelopen en ik voel mijn mondhoeken als vanzelf omhoog schieten, maar dan schud ik resoluut mijn hoofd. Jasmijn, focus, je hebt een missie.

Verhaal van de maand Jasmijn deel 2 - quote 1

Mijn hand ligt op de deurklink, klaar om hem naar beneden te duwen. Ik haal even diep adem… Maar dan hoor ik binnenin de schuur gepraat. Ik leg mijn oor tegen de deur, maar ik kan het niet goed verstaan. Heel zachtjes doe ik de deur open. Mijn nieuwsgierigheid wint het van mijn goed fatsoen. Noah staat met zijn rug naar mij toe, naast een grote stellingkast waarop het voer voor de paarden ligt. Ik zie niemand anders en vraag mij even af met wie hij aan het praten was, tot ik hem zie knikken.
‘Ja, dat klopt. Ze is net aangekomen.’
Ik verstijf direct. Hij heeft het over mij, dat kan gewoon niet anders.
‘Ik snap wel wat je bedoelt.’
Huh, wat? Wat snapt hij wel over mij en wie heeft hij aan de telefoon?
‘Nee, Boris, dat ga ik echt niet doen.’
Grrr… niks is zo frustrerend als maar één kant van een telefoongesprek af kunnen luisteren. Wie hij aan de lijn heeft is nu duidelijk, maar waar gaat dit allemaal over?
‘Weet je, Boris, dat vraag je haar maar lekker zelf. Ik moet weer aan het werk. Zie je later.’
Noah hangt op en stopt zijn telefoon in zijn broekzak. Hij draait zich om en ik besef mij opeens dat ik in vol zicht in de deuropening sta, klaar om betrapt te worden.

Ik bedenk mij geen moment en klop hard op de deur.
‘Joehoe, Noah, ben jij hier?’ vraag ik overbodig. Overdreven kijk ik naar links en rechts en ik hoop dat mijn toneelspel er niet zo ongeloofwaardig uitziet als het voelt.
‘Hier ben ik.’ Noah steekt zijn hand op. ‘Kan ik je helpen?’
‘Uh, nou…’ Mijn hoofd moet op volle kracht aan het werk. Oeh, werk… ‘Nou, ik vroeg mij eigenlijk af of ik jou ergens mee kan helpen. Met je werk bijvoorbeeld?’
‘Je wilt me helpen?’
‘Ja, dat is tenslotte de hele reden dat ik hier ben. Om mijn oma te helpen met de boerderij, en jou blijkbaar.’ Ik heb de woorden nog niet uitgesproken of ik zie die donkere blik weer in zijn ogen. ‘Niet dat jij eruitziet alsof je mijn hulp nodig hebt, hoor,’ voeg ik er snel aan toe.
‘Nee, dat klopt,’ klinkt het chagrijnig. Noah draait zich om naar de kast en pakt er een zak voer uit.
‘Hé, wacht eens even.’ Ik loop ook naar de kast. ‘Hebben we nog een zak nodig?’
Noah stopt en draait zich naar mij toe. ‘We?’
‘Je hebt mijn hulp dan misschien niet nodig, maar je krijgt het wel. Ik ben namelijk van plan om uit te zoeken wat er aan de hand is. Wat ik jou blijkbaar misdaan heb, in het uur dat ik hier ben…’
Noahs mond zakt open en kijkt mij verward aan. Dat effect heb ik vaker op mensen.

Verhaal van de maand Jasmijn deel 2 - quote 2

‘Ik houd niet van gedoe. Als er iets is, dan hoor ik het graag.’
Langzaam verschijnt er een glimlach op zijn gezicht. Hij stapt op mij af en legt de zak paardenvoer in mijn armen.
‘Die Boris, hij heeft niet overdreven,’ lacht Noah. ‘Je kunt inderdaad erg direct zijn.’
Ik grijns terug. ‘Is dat alles wat hij over mij heeft verteld?’
Noahs ogen glijden over mijn lichaam en ik voel mijn wangen rood worden. Hij geeft mij een knipoog. ‘Nee, dat is niet alles.’
‘Uh, juist, ja…’ antwoord ik met een hoop gestotter. Nu is het mijn beurt om met mijn mond vol tanden te staan.
‘Maar je verdient een eerlijk antwoord.’ Noah plukt een onzichtbaar draadje van zijn overhemd. ‘Ik geloof dat ik een beetje nors was. Eerlijk gezegd komt dat gewoon, doordat ik je opa mis. Ik weet dat het jóuw opa was, maar hij voelde ook een beetje als míjn opa, de opa die ik nooit heb gehad.’
‘Jeetje…’
‘Dus toen jij hier vanmiddag aankwam, bedacht ik weer waarom dat was , en nou ja… dat dus.’
‘Maar natuurlijk,’ begin ik, ‘dat verklaart alles. En ik maar denken dat je chagrijnig was, maar je bent gewoon verdrietig.’
Noah schraapt zijn keel. ‘En daar gaat mijn stoere imago,’ reageert hij lachend.
Samen lopen we grinnikend naar de paarden. Volgens mij is die Noah zo slecht nog niet…

Ik zet mijn tanden in de lekkerste hamburger die ik ooit heb gegeten. Die oma van mij kan heel goed koken of ik heb gewoon honger als een paard. Of allebei grinnik ik in mijzelf. Noah en ik hebben de hele middag allerlei klusjes op de boerderij gedaan. Hij heeft laten zien waar alles ligt en hoe zijn dag eruit ziet. Ook heb ik Boris in de verte langs zien rijden en toen moest ik meteen aan het telefoongesprek denken dat ik stiekem had afgeluisterd. Als het goed is, komt hij morgen langs, althans, dat vertelde Noah. Ik vind het leuk, maar ook spannend, om Boris weer te zien.

‘En hoe was het vandaag?’ vraagt oma, terwijl ze een nieuwe hamburger op mijn bord legt.
Ik pak de saus en doe er een dikke klodder op. ‘Noah en ik hebben een heleboel gedaan. Oh, en Boris reed nog langs en als het goed is komt hij morgen langs. Leuk om hem dan weer eens te zien!’
Oma kijkt mij met een schuine blik aan. ‘O, ja? Was jij vroeger niet verliefd op Boris?’
Ik haal mijn schouders op. Dat ga ik nu toch echt niet aan mijn oma toegeven. Ik pak een patatje van mijn bord.
‘Oma,’ begin ik, terwijl ik het patatje in mijn mond steek, wat mij een afkeurende blik oplevert. Snel verander ik van onderwerp. ‘Waarom heb je mij gevraagd om te komen helpen? Noah redt het ook prima zonder mij.’
‘Ach, meisje toch. Noah heeft misschien geen hulp nodig, dat moet ik bekennen, maar jij wel. Ik had een smoesje nodig om je hier te krijgen.’
‘Hoezo?’ Ik snap er niks van. Oma geeft het meteen toe, ik ben hier niet om Noah te helpen.
‘Maar oma, ík heb toch geen hulp nodig?’
Oma begint te lachen. ‘Misschien alleen een beetje hulp in de liefde?’
‘Maar, oma…’ stamel ik.
‘Lieve Jasmijn, ik wilde je gewoon heel graag aan Noah voorstellen. Is het geen knapperd?’

Tot zover het tweede deel van het “Verhaal van de maand” van Jasmijn. Lees je volgende week weer mee?

Delen is lief!

Je houd misschien ook van..

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.