Hieronder vind je een verhaal dat ik heb geschreven voor mijn cursus ‘kinderboeken schrijven’. Ik kreeg de opdracht om een fabel te schrijven en moest daar echt even goed over nadenken. Dit is het geworden. Ik heb geprobeerd een wijze les in het verhaal te verwerken, zoals dat natuurlijk hoort bij een fabel. De titel zegt het al, het gaat over valsspelen. Lees je mee?
Valsspelen!
Poema pakte zijn rugzak en zwaaide hem op zijn rug. Hij hoorde de dobbelstenen rammelen in hun bakje. Helemaal blij met het nieuwe spelletje dat hij gisteren op de markt had gekocht, ging hij naar zijn vriend Leeuw.
‘Hé Poema, wat leuk dat je langskomt! Ik had je niet verwacht.’
‘Nou, ik wil je graag iets laten zien.’
Poema zette zijn rugzak op de grond en maakte hem open. Leeuw kwam bij hem staan en keek erin. Toen hij zag wat zijn vriend had meegenomen, begonnen zijn ogen te twinkelen. Leeuw was, net als Poema, dol op spelletjes.
‘Dat spelletje ken ik. Dat is Yahtzee!’
Poema knikte driftig. ‘Zullen we gaan spelen?’
Op dat moment horen ze een deur dichtklappen. Hyena kwam binnen gelopen met zijn zonnebril nog op zijn neus.
‘Moeten jullie niet naar buiten? Het zonnetje schijnt, dus het is zonde om binnen te zitten.’
‘We gingen net…’ Verder kwam Leeuw niet, want Poema sloeg naar hem met zijn klauw.
‘Sttt.’
‘Uh, ik bedoel, we gingen net de bal pakken.’ Leeuw en Poema doen liever geen spelletjes met Hyena, want hij speelt altijd vals.
‘Wat heb je daar achter je rug?’ vroeg Hyena aan Poema. En onder de bruine haren van zijn vacht kleurde Poema’s velletje knalrood. Aarzelend liet hij het spelletje aan Hyena zien.
‘Yahtzee! Zeg dat dan. Ik doe graag met jullie mee.’
‘Ja, dat weten we,’ mompelde Poema zo zachtjes dat alleen Leeuw het kon horen.
Een gezellig spelletje… of toch niet?
Leeuw, Poema en Hyena gingen aan een grote tafel zitten.
‘Ik begin wel,’ zegt Hyena snel. De anderen kijken elkaar even aan en geeft Leeuw het bakje met dobbelstenen aan Hyena.
De vrienden dobbelen een tijdje en het eerste potje is al bijna klaar. Leeuw staat vooraan en het lijkt erop dat hij gaat winnen. Maar dan is Hyena aan de beurt. Met een schuin oog op het scoreblad van Leeuw gooit hij met de dobbelstenen. Even lijkt hij geluk te hebben, maar bij de derde worp heeft hij toch niet de punten die hij wilde.
‘Kijk, een kudde gnoes!’ Hyena wijst door het raam naar buiten. Leeuw en Poema kijken ook, maar zien niks. En dan weten ze al genoeg. Eén blik op de dobbelstenen zegt dat ze inderdaad gelijk hadden. Hyena heeft van een vier een vijf gemaakt en heeft nu Yahtzee ‘gegooid’.
‘Zo, dat is dan 50 punten erbij en dan heb ik gewonnen!’ Hij springt blij op en slaat met zijn poten op tafel. ‘Gewonnen!’
Leeuw fronst zijn wenkbrauwen. Poema schudt zijn kop. Het is Hyena weer gelukt…
Hyena is weer aan het valsspelen
‘Ik ga even naar de wc,’ zegt Hyena dan en hij laat zijn vrienden achter in de kamer.
‘Hij heeft het gewoon weer gedaan. Hij heeft vals gespeeld!’ gromt Leeuw.
‘Luister, ik heb een idee. Wat nou als we hem eens een koekje van eigen deeg geven? We gaan zelf ook vals spelen. Misschien heeft hij dan door hoe vervelend het is.’
‘Ja! Dat is een goed idee!’
Hyena komt weer terug van de wc en gaat zitten. ‘Zullen we nog een potje doen?’
‘Ja, doen we,’ zegt Poema en hij pakt gelijk de dobbelstenen. Hyena’s mond zakt even open voordat hij hem snel weer dicht doet. Meestal neemt hij snel de leiding, zodat hij kan beginnen. Dit is hij niet zo gewend.
Poema gooit de dobbelstenen en bij de derde worp tikt hij er eentje aan met zijn vinger en draait hem naar een ander getal. ‘Wauw, dat begint goed: ik heb een grote straat.’
‘Ja, maar…’ begint Hyena.
‘Wat is er?’ vraagt Poema en kijkt met opgetrokken wenkbrauwen naar zijn vriend.
‘Uh, nee, er is niks.’
Dan is het de beurt van Leeuw. Bij zijn tweede gooi doet hij hetzelfde kunstje als Poema net deed. Leeuw heeft nu ook een grote straat.
‘Huh?’ kreunt Hyena.
‘Is er iets?’ vraagt Leeuw.
Hyena schudt zijn hoofd en bijt op zijn lip. Dan laat hij zijn kop hangen. ‘Ik denk dat ik al weet wat er aan de hand is.’
‘O ja, wat is er dan?’ Leeuw draait zich naar Hyena en kijkt hem vriendelijk aan.
Poema gaat naast zijn vriend zitten en legt een poot op Hyena’s poot. ‘Vertel maar.’
Valsspelen is toch niet zo leuk…
‘Nou goed,’ begint Hyena, ‘jullie weten geloof ik dat ik af en toe een beetje vals speel.’
‘Af en toe…’ lacht Leeuw. ‘Maak daar maar altijd van.’
‘Oké, altijd dan. Ik vind het gewoon leuk om met jullie te spelen. En ik houd van winnen. Ik dacht dat jullie dat niet zo erg vonden.’
‘Hyena, we vinden jouw heel aardig en gezellig.’ Poema legt nu zijn poot over Hyena’s schouder. ‘Maar het is niet leuk dat je altijd wint, terwijl dit niet eerlijk is.’
‘Ja, en daarom spelen we liever geen spelletjes met jou.’
Hyena’s ogen worden vochtig. ‘Maar ik speel zo graag met jullie.’
‘En wij ook met jou. Maar dan moet je vanaf nu wel eerlijk spelen,’ zegt Leeuw.
‘Ja, dat ga ik doen. Beloofd!’ Hyena steekt zijn poot uit. Leeuw en Poema geven Hyena een poot en dan moeten ze alle drie hard lachen.
Eind goed, al goed…
Hyena heeft daarna niet meer vals gespeeld. De vrienden hebben nog vele potjes Yahtzee gespeeld waarbij ze allemaal een paar keer gewonnen hebben en verloren, zoals het hoort. Hyena merkte dat hij het zo eigenlijk nog veel leuker vond dan eerst. Hij heeft zijn lesje wel geleerd; je moet niet valsspelen!
Je kunt hier op de website nog meer korte verhalen vinden.
Volg je mij al via Facebook, Instagram en Twitter?
Dit artikel bevat één of meerdere affiliate links.
Foto: eigen foto
Delen is lief!