Boeken worden geschreven vanuit verschillende vertelperspectieven. De auteur geeft op deze manier al een bepaald karakter aan een verhaal. Als je zelf schrijver bent, zul je een keuze moeten maken welk vertelperspectief je gaat gebruiken. Misschien heb je al een voorkeur? Of heb je stiekem geen idee welke verschillende vormen er zijn? Hoor je bij de laatste groep of heb je een opfriscursus nodig? Lees dan vooral verder.
1. De alwetende verteller
De auctoriale verteller is de andere benaming voor de alwetende verteller. Persoonlijk is dit mijn favoriete vertelperspectief, tot nu toe. De alwetende verteller, de naam zegt het al, weet álles. Hij weet niet alleen wat er op dat moment gebeurt of al eerder gebeurd is, hij weet ook wat er nog gaat komen. En hoe iemand zich voelt, wat iemand denkt en waarom iemand iets doet of gaat doen. Alles dus!
Doordat je als verteller van alles op de hoogte bent, kun je als een soort poppenspeler aan de touwtjes trekken. Je kunt kiezen wat je al wilt vertellen en wat je nog even voor je houdt. Of een beetje plagerig al kleine hints geven, waarmee je de lezer op het goede spoor zet, of misschien wel juist even op het verkeerde…
Soms zal de schrijver zich direct tot de lezer richten. ‘Zoals je al eerder kon lezen…’ of ‘Zoals je nog wel zult merken…’. Die ‘je’ is dan dus de lezer.
De alwetende verteller is een hele oude vertelvorm. Eén van de bekendste voorbeelden van een boek dat geschreven is vanuit dit perspectief… De Bijbel.
2. Ik-perspectief
Het ik-perspectief is heel anders. Als je hiervoor kiest, moet je een keuze maken uit de vertellende ik en de belevende ik. Bij de vertellende ik wordt er gesproken over iets dat al is gebeurd, alsof de ik het naverteld. Bij de belevende ik zit je middenin de gebeurtenis.
Je zou eventueel ook kunnen afwisselen, denk daarbij aan een verhaal met flashbacks. In de flashback zal de ik niet meer vertellen, maar het echt op dat moment beleven . Maar houdt daarbij wel goed in de gaten dat de tijd blijft kloppen.
Bij de ik-verteller krijg je precies mee hoe de ik-persoon het verhaal beleefd. De lezer staat dichter bij het personage. Dit vertelperspectief heeft wel beperkingen, doordat je alleen kunt vertellen wat de ik-persoon meemaakt, denkt, ziet en voelt. De lezer moet andere personages leren kennen door wat de ik weet en over ze verteld, of door de dialogen die gevoerd worden. De rest blijft onbekend.
Het ik-perspectief is momenteel in Kinderboekenland erg populair in de vorm van dagboeken. Denk daarbij aan ‘Het leven van een Loser’ en ‘Dagboek van een muts’. In deze vorm wordt er door de ik rechtstreeks tegen de lezer gesproken of misschien wel tegen het dagboek zelf. Voorbeeld hiervan is het dagboek van Anne Frank, ‘Het achterhuis’, waarbij ze altijd begon met ‘Lieve Kitty’. Alhoewel dit niet een recent voorbeeld is, is het wel één van de bekendste. Later dit jaar kom ik terug op Anne Frank, die dit jaar, op 12 juni, 90 jaar zou zijn geworden. Iets om bij stil te staan…
3. Het personaal perspectief
Alweer zo’n ingewikkelde term. Net zoals dat bij het ik-perspectief een ik-persoon van het verhaal gevolgd wordt, is hier ook één persoon het hoofdpersonage; een hij of een zij. Ook nu kom je tijdens het lezen alleen te weten wat dit personage meemaakt, vanuit zijn of haar belevenis. De lezer kan meer gaan meeleven met zo’n personage.
Mocht je als schrijver voor dit vertelperspectief hebben gekozen, maar je bent hier later niet zo blij mee… dan zou je het relatief makkelijk kunnen omzetten. Als je het goed gedaan hebt, hoef je alleen alle hij’s, zij’s en namen die je hebt gebruikt, te veranderen in ‘ik’. En ik zeg relatief makkelijk, want het is wel heel veel werk.
Conclusie: bedenk goed van tevoren welk perspectief je wilt gebruiken. Het kan je een heleboel werk schelen.
4. Andere perspectieven
Er zijn nog andere perspectieven, maar die worden veel minder gebruikt. Denk daarbij aan de jij-vorm en de wij-vorm. De jij-vorm kan gebruikt worden wanneer er tegen een jij-persoon gesproken wordt. ‘Waarom deed jij dat nou?’ of ‘Jij was wel de laatste van wie ik dit verwacht had.’ Dit kan bijvoorbeeld heel goed in een brief.
Ook uitzonderlijk; een voorwerp als vertelperspectief. Het is moeilijk voor te stellen, maar er bestaan boeken waarbij het hoofdpersonage bijvoorbeeld een vaas is, ja je leest het goed, of een televisie. Voor degenen die zich afvragen of ik dit uit mijn duim zuig… nee hoor. Ik heb het dan over het boek ‘Mijn collectie verzamelaars’, van Tibor Fischer en het boek ‘54’ van Wu Ming, een ruim 600 pagina’s tellend boek dat zich afspeelt tijdens de Koude Oorlog.
Ik denk niet dat ik snel een voorwerp zal uitkiezen, maar wie weet… Mocht ik ooit vastlopen met mijn zoveelste verhaal dat ik moet verzinnen voor mijn schrijfcursus, dan kan ik altijd nog een verhaal bedenken over een verdwaald Lego-blokje ofzo. Iemand nog meer suggesties?
5. Afwisselende vertelperspectieven
Ook zijn er verhalen waarin meerdere personen gevolgd worden, door hiermee bijvoorbeeld per hoofdstuk af te wisselen. Dan wordt er nog steeds het personaal perspectief gebruikt, alleen wisselen de personen waar het om gaat.
Maar er zijn ook boeken waarbij meerdere ik-figuren aan het woord komen. Uiteindelijk zullen alle verhaallijnen, alle puzzelstukjes, dan één grote puzzel vormen.
Een goed voorbeeld van een afwisselend vertelperspectief is ‘Cody’, van Bernice Berkleef. Maar ook ‘De kraamhulp’, van Esther Verhoef, zit op dezelfde manier in elkaar. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te bedenken.
En dan moet je een keuze maken…
Na het lezen over de verschillende vertelperspectieven heb je hopelijk een duidelijk beeld gekregen. Misschien kreeg je bij eentje al een verhaal in je hoofd of kreeg het verhaal dat al in je hoofd zat een bepaalde ‘stem’. Dan weet je nu wellicht vanuit welke persoon je het beste kunt schrijven.
Twijfel je nog? Probeer dan een stukje en kijk hoe het voelt. Ik durf te wedden dat je al snel doorhebt of je de goede keuze hebt gemaakt.
En? Heb je al een keuze kunnen maken? Ik wil je in ieder geval veel succes en plezier wensen tijdens het schrijven. Dat is uiteindelijk het belangrijkst.
Wat is jouw favoriete vertelperspectief? Laat het hieronder weten…
Volg je mij al via Facebook, Instagram en Twitter?
Dit artikel bevat één of meerdere affiliate links.
Foto’s: van Pixabay
Delen is lief!
Ik zou niet weten wat mijn favoriet is. Gelukkig schrijf ik ook geen boeken en blog ik gewoon over mijn leven dus dan is het de ikvorm
Mijn blogs schrijf ik ook gewoon in de ik-vorm. Waarschijnlijk doen de meeste mensen dat wel. Misschien nog een mooie toevoeging aan deze blog, Dank je.
Wat een handig artikel, ik heb nog nooit nagedacht over boeken schrijven, maar werd gisteren gevraagd voor een kinderboek dus dit artikel komt helemaal op het goedmoment, ik sla hem even op om later rustig terug te lezen en over na te denken.
Wat een toeval. Leuk, gefeliciteerd! Ik hoop dat je tijdens het schrijven iets aan mijn blog hebt. Enne, mochten ze nog iemand anders zoeken voor een kinderboek, dan hou ik mij aanbevolen 😉
bij mijn blogs wissel ik tussen de alwetende vertellen en de ik-vorm. het tweede is persoonlijker, maar soms past de eerste vorm beter bij het onderwerp van de betreffende blogpost.
De ik-vorm is denk ik inderdaad vaak de beste keuze, omdat blogs over het algemeen persoonlijker zijn. Maar ook daar zijn natuurlijk uitzonderingen op. Veel schrijfplezier nog!
Een lastige vraag… Een tijd lang had ik een hekel aan het ik-perspectief maar nu niet meer. Het maakt me nu eigenlijk niet meer zoveel uit.
Ik denk dat de meeste prima kunnen. Voor mijn cursus vind ik het vooral een sport om ze allemaal uit te proberen.
In mijn blogs schrijf ik meestal in een ik-vorm/perspectief. Als ik erover nadenk heb ik hier ook nooit eerder aan gedacht.
Ik denk dat de meeste blogs in de ik-vorm geschreven worden. Waarschijnlijk wordt het pas anders wanneer het een verhaal of een boek betreft. Ik ben ook zo’n schrijver die gewoon zijn gevoel/zijn eigen stem volgt.
Als ik lees dan lees ik het liefst van een alwetende verteller. Boeken in de ik-vorm vind ik meestal minder leuk.
Leuk om de mening van een lezer te horen. Ik vind het persoonlijk altijd wel grappig als je als lezer ’toegesproken’ wordt. Alsof je zo een beetje een deel van het verhaal wordt…
hier heb ik eigenlijk nog nooit bij stil gestaan. Nooit geweten dat er zoiets als vertel perspectieven bestaat. Weer wat geleerd 😀
Graag gedaan 🙂 Ik stond er vroeger ook niet zo bij stil, totdat ik serieuzer ging schrijven. Dan moet het toch wel kloppen, vind ik.
Poeh. Wat een verschillende mogelijkheden. Ik denk dat ik zelf bijna altijd in de ik-vorm schrijf (of altijd?). Past ook wel bij mijn persoonlijke blog. Een voorwerp als vertel-perspectief vind ik wel heel bijzonder trouwens.
Ik-vorm is voor een blog denk ik het meest voorkomend. Gewoon lekker blijven gebruiken. Een voorwerp als vertelperspectief lijkt mij nog eens een uitdaging. Ik houd er wel van om iets te proberen wat anders is dan normaal. Ik ben benieuwd hoe ik het er vanaf zou brengen…
Op de pabo leer je hier ook veel over, dus ik wist het al. Het ligt net aan het boek wat ik fijner vind. Geen duidelijke voorkeur haha 🙂
Leuk dat je het herkende van de pabo. Dat is voor mij alweer wat langer geleden, dus ik zou niet zo goed weten of ze het toen al uitlegden… Leuk om een mede-juf te treffen!
go dit is een moeilijke keuze. Ik blog zowel in de je als ik vorm. Dat komt voor mij beter over als ik schrijf. De lezers vinden het tot nu toe zeer leuk.
De ik-vorm vind ik ook altijd fijn lezen als ik een blog lees. Op de één of andere manier is het dan wat persoonlijker.