“Verhaal van de maand” juni 2024
Olivia is een succesvolle reisblogger die al heel wat van de wereld heeft gezien en al haar avonturen op Instagram post. Na een zoveelste blogreis, wil ze eigenlijk weleens op pad zonder dat de rest van de wereld over haar schouder meekijkt. Ze besluit een vakantietrip te boeken naar een klein eilandje, waar ze niet herkend zal worden.
“Verhaal van de maand”
Hieronder kun je deel 3 lezen. Deel 1 en 2 gemist? Klik dan hier voor deel 1 van het verhaal van Olivia of klik hier voor deel 2.
Olivia – deel 3
De woorden “Top Secret” staren mij aan en het is alsof ze mij roepen, alsof ze mij uitnodigen om achter het grote geheim te komen. Nou, er zit maar één ding op… Ik geef mij over.
Langzaam sla ik het eerste vel om en bekijk wat erachter zit. Het ziet eruit alsof het bouwtekeningen zijn van één of ander mega vakantieresort. Ik zie een grote toegangspoort met daarachter een soort oprijlaan, die niet naar één, niet naar twee of drie, maar die naar wel vijf grote hotels gaat. Toch lijkt het erop dat het van één eigenaar is. Wat ik echter niet snap, is waarom dit allemaal “top secret” is. Wat is er zo geheim aan een groot vakantieresort? Er staan hier hotels genoeg…
Ik blader verder door de map en ik zie tekeningen en artist impressions van elk hotel. Het ziet er indrukwekkend uit. Misschien wil de eigenaar niet dat andere mensen met zijn ideeën aan de haal gaan? Zal dat het zijn?
Op het volgende papier zie ik foto’s, echte foto’s, niet van die digitale nepdingen. Dit lijken geen nieuwe hotels te zijn, maar waarom zitten die dan in deze map?
Krijg nou wat! De onderste foto herken ik… Maar dat is dit hotel! Ik bekijk de andere hotels nog wat beter en het is wat lastiger, omdat ik hier in het donker aankwam, maar ik durf haast te zeggen dat ik er nog een paar herken. Die hotels lijken hier in de buurt te staan. Er loopt een rilling over mijn rug. Wat dit allemaal te betekenen heeft, snap ik niet, maar iets voelt niet goed. Er klopt iets niet!
Ik sla de map dicht en trek mijn vestje aan. Op dit soort momenten ga ik er graag even uit om mijn hoofd leeg te krijgen en mijn gedachten weer helder. En wat is een betere manier dan een wandeling over het strand? Ik trek de deur van de cabana achter mij dicht en kijk omhoog. Op mijn reizen ga ik graag in de nacht naar buiten om naar de sterren te kijken, om mij er elke keer weer over te verbazen hoe helder ze stralen.
Met mijn slippers in mijn handen slenter ik door de branding en voel de golven over mijn voeten rollen. Het geruis van de zee overstemt al snel mijn gedachten en ik voel een rust over mij heenkomen. Dit had ik even nodig, en niet alleen na vanavond, maar in het algemeen. De afgelopen weken, wat zeg ik, maanden, zijn hectisch geweest. Volgens mij heb ik nog nooit zoveel gereisd als dit jaar. Ik ben toe aan een break.
Ik plof neer in het zachte zand, op een veilige afstand van de zee. Ergens in de verte hoor ik muziek en ik draai mij om, om te zien of ik kan ontdekken waar het vandaan komt. Even verderop zie ik een beachbar, bij een hotel. Het lijkt op mijn eigen hotel; niet te groot, niet te hoog en sfeervol. Dit doet mij weer denken aan die map. De hotels die daarin staan, die van de bouwtekeningen, die zijn alles behalve sfeervol. Mijn eerste indruk is dat het van die kolossale, onpersoonlijke hotels zijn. Waar je als klant meer een nummer dan een gast bent… Je weet van tevoren al dat de eigenaar daarvan maar op één ding uit is: geld.
Terwijl ik in gedachten die papieren uit de map nog eens doorga, zie ik iets bewegen in de schaduw van de palmboom. Blijkbaar ben ik niet de enige, die hier op het strand is. Ik knijp mijn ogen wat meer dicht en probeer te ontdekken wat het is. Door mijn vele en verre reizen ben ik toch altijd een beetje op mijn hoede. Je weet maar nooit wie of wat je tegenkomt. Gelukkig is dit geen Afrika, dus het zal geen leeuw zijn, maar wat is het wel?
Verrek, het is een persoon! Blijkbaar zat hij, of zij natuurlijk, gehurkt op de grond. Mijn interesse is gewekt. De bewegingen van de man, ja ik weet nu bijna zeker dat het een man is, zijn langzaam, alsof hij niet wil dat iemand hem daar ziet. Noem het instinct of noem het “iets te veel thrillers gelezen”, maar ik weet het zéker, denk ik. Ik sta op en loopt wat dichterbij. Als hij mij ziet, kan ik altijd doen alsof ik een gast van het hotel ben. Gerustgesteld door mijn eigen smoesje, nader ik hem nog wat meer.
‘Au!’ Gloeiende, gloeiende… Doordat ik zo gefocust was op die man, zag ik de parasolvoet niet. Mijn kleine teen voelt alsof hij in brand staat. Ik durf niet te kijken wat de schade is. In mijn ooghoek zie ik iemand naderen.
‘Are u okay?’ klinkt een zware mannenstem.
Ik klem mijn tanden op elkaar en knik, terwijl ik het eigenlijk wil uitschreeuwen van de pijn.
‘Let me have a look, I’m a doctor.’
‘Dat zou fijn zijn, uh, that would be great,’ verbeter ik mijzelf.
‘Ah, Nederlands. Dat praat een stuk makkelijker.’
Ik moet lachen. ‘Zeker weten. Wat fijn dat ik een dokter tegenkom hier op het strand.’
‘Uh, ja.’ De wangen van de man worden rood. ‘Toeval, denk ik.’
We gaan op een strandbedje zitten en hij pakt mijn voet vast. Voorzichtig beweegt hij hem en bekijkt mijn teen van alle kanten.
‘Ik denk dat het meevalt, maar hij is wat dik en zal wat beurs kunnen worden. Het is handig om hem zo te koelen.’
‘Dank je.’
Er is iets bekends aan hem, maar ik kan de vinger er niet opleggen.
Ik steek mijn hand uit. ‘Hoi, ik ben Olivia, verse toerist, vandaag aangekomen.’
‘Nog meer toeval, ik ook. Ik ben Mark.’
‘Ook vandaag? Maar dan zaten we in hetzelfde vliegtuig…’ begin ik. En opeens dringt het tot mij door.
‘Jij bent het!’
De wenkbrauwen van de man schieten omhoog. ‘Wat bedoel je?’
‘Jij zat naast mij! Je hebt de hele vlucht geslapen en na het landen racete je het vliegtuig uit.’
Mark slaat zijn hand tegen zijn voorhoofd. ‘Estúpida!’
Dat woord heb ik eerder gehoord, in het vliegtuig, gevolgd door nog meer Portugese woorden.
‘Ik dacht dat je Nederlands was?’
Weer schiet er een rode blos over Marks wangen. Eigenlijk is hij wel schattig als hij verlegen wordt. Zijn ogen stralen een soort warmte uit, waardoor ik het gevoel heb, dat ik hem kan vertrouwen.
‘Ik ben Nederlands én een gedeelte Portugees. Mijn familie woont hier. Daarom ben ik hier ook. Ik moet…’
Zijn blik gaat weer naar het hotel. ‘Laat maar… dat interesseert je toch niks.’
‘Misschien niet… maar misschien ook wel.’
‘Zeg, even iets anders.’ Mark kijkt me opeens strak aan. ‘Heb jij toevallig een rugzak gevonden?’
‘Uh,’ stamel ik.
Wat moet ik nou zeggen? Ergens wil ik eerlijk zijn, want ik heb echt het gevoel dat hij betrouwbaar is, maar aan de andere kant heb ik wel zijn rugzak, waar geheime papieren in zitten. Top Secret! Wie heeft er nou zoiets?
‘Dus toch…’ reageert Mark. ‘Ik ben nog teruggegaan naar het vliegveld, toen ik mijn blunder ontdekte, maar ze zeiden dat er niks was gevonden. Toen wist ik dat iemand hem moet hebben meegenomen. En volgens mij ben jij dat.’
‘Ja, maar… Ik wilde hem aan je teruggeven, ik zweer het. Maar ik zag je nergens meer. Toen wilde ik hem ergens afgeven, maar… tja, ik ben het vergeten. Mijn plan was om het morgen te regelen. En nu geloof je me vast niet…’ Ik voel tranen achter mijn ogen prikken.
‘Hé, rustig maar, ik geloof je.’
Hij legt zijn hand op mijn bovenbeen en ik voel een schok.
‘Sorry, ik ben een beetje statisch…’
Vlug haalt hij zijn hand weer weg. Mijn been tintelt nog na, en niet alleen door de schok.
‘Olivia, je hebt niet toevallig even gekeken wat er in de tas zit, toch?’
‘Om eerlijk te zijn…’ Liegen heeft geen enkele nut. Daar was ik als kind al niet goed in en deze skills heb ik ook op latere leeftijd niet ontwikkeld, helaas.
‘Dat snap ik. Ik kan het je niet kwalijk nemen. Waarschijnlijk had ik precies hetzelfde gedaan.’
‘Mark, ik snap het alleen niet. In die map zitten geheime papieren, maar ik begrijp niet wat er zo geheim aan is. Het is toch heel normaal, dat er hotels worden gebouwd op eilanden als deze?’
‘De korte uitleg? De hotels hier in de buurt zijn in groot gevaar. Er is een man, die alle grond wil opkopen. Hij wil de hotels platgooien, alles met de grond gelijkmaken en op deze plek een mega resort neerzetten.’
‘Maar dat is… dat is vreselijk!’
‘Mijn neef is de eigenaar van “Bella’s Beach”. Ik moest hem zo snel mogelijk waarschuwen. Daarom rende ik het vliegtuig uit. Ik wilde hem de papieren laten zien. Maar toen ik bij zijn hotel aankwam, ontdekte ik dat ik de tas vergeten was. Stom, stom, stom!’
‘Nog meer toeval,’ zegt ik lachend en geef hem een knipoog. “Bella’s Beach” is toevallig het hotel, waar ik verblijf. Daar is de tas.’
Marks ogen worden groot, maar al snel gaan zijn mondhoeken omhoog.
‘Lieve Olivia, wil je mij helpen?’
Wordt vervolgd…
Tot zover het 3e deel van het “Verhaal van de maand” van Olivia. Lees je volgende week weer mee?
Delen is lief!