Elke schrijver is ooit ergens begonnen en moet nog een hoop leren. Gelukkig zijn er genoeg schrijfexperts in schrijversland die nieuwelingen kunnen helpen. Eén van de eerste dingen die je leert, is ‘show, don’t tell’. In deze blog leg ik het uit en geef voorbeelden. Later zal ik nog meer bespreken…

Nieuw in schrijversland

Als je nog nieuw bent in schrijversland heb je nog een hoop te leren. Daar weet ik echt alles van. Noem maar een valkuil en ik ben er wel ingestapt. Je zou dus kunnen zeggen dat ik heb geleerd door ‘vallen en weer opstaan’.  Ik durf te zeggen dat ik inmiddels niet meer elke keer onderuit ga, maar dat het blijft bij af en toe een beetje struikelen. Want hé, ik ben nog maar een aspirantschrijver. Ja, ja, ze hebben een naam voor iemand zoals ik, iemand die nog niets gepubliceerd heeft. Ik kijk reikhalzend uit naar het moment dat ik een stapje omhoog mag op de ladder, naar debutant.

Eerste dingen die je leert als je gaat schrijven

Toen ik de laatste woorden getypt had, waarmee de eerste versie van mijn manuscript af was, overviel mij een soort oertrots. Waarschijnlijk, of eerlijk gezegd zeker weten, was het nog lang niet goed genoeg en moet er nog een hoop aan veranderen, maar ik had het toch maar mooi voor elkaar gekregen. Ik had een ‘boek’ geschreven. Voorzichtig overhandigde ik mijn kindje, zo voelt het dan ook echt, aan mijn eerste proeflezers. Van mijn schrijfpartner in crime heb ik toen mijn eerste lessen geleerd. Over één hiervan wil ik het vandaag gaan hebben; ‘show, don’t tell’.

Show, don’t tell

Ervaren schrijvers weten natuurlijk precies waar ik het over heb, maar voor aspirantschrijvers is het vaak erg worstelen. Wat is nou precies dat ‘show, don’t tell’? Letterlijk vertaald, krijg je ’toon, niet vertellen’. Het idee erachter is dat je niet zomaar moet vertellen (tell) hoe iets is. In plaats daarvan laat je de lezer door middel van de woorden die je opschrijft, zien (show) hoe iets is.

Wanneer je simpelweg vertelt hoe de situatie is, zal de lezer waarschijnlijk denken: oké, dat zal wel zo zijn. Alsof het feiten zijn, die de schrijver opnoemt.

Laat je echter door het gebruik van de juiste woorden zien wat er gebeurt, dan zal de lezer eerder zelf een plaatje of scene in zijn hoofd krijgen en daardoor veel meer betrokken raken bij het verhaal. Ook is het een goede manier om de lezer nog wat meer informatie te geven over het verhaal of de specifieke situatie.

Een voorbeeld van show vs tell

Tell:

‘Ryan is boos en gooit zijn speelgoedauto door de kamer.’

Show:

‘Ryan perst zijn lippen op elkaar en balt zijn vuisten. Met fronsende wenkbrauwen kijkt hij naar zijn speelgoedauto. Waarom doet hij het toch niet meer? Driftig grist hij hem van de grond en smijt hem hard tegen de muur.’

Show don't tell

Bij de ’tell’ wordt alleen maar gezegd dat hij boos is. Het is een gegeven en de lezer moet het ermee doen. Net als dat het een feit is dat de speelgoedauto gegooid wordt.

Bij de ‘show’ lees je over het op elkaar persen van zijn lippen, het ballen van de vuisten en de gefronste wenkbrauwen. Er wordt niet verteld dat Ryan boos is, maar het wordt duidelijk gemaakt door de woorden die gebruikt worden. Verder lees je ook hoe de auto tegen de muur komt. Doordat hij van de grond gegrist is en gesmeten wordt, kun je je als lezer een goede voorstelling maken van een auto die daarna waarschijnlijk stuk op de grond ligt. De lezer krijgt als het ware een filmpje in zijn hoofd. Het verhaal gaat leven. En dat is nou net wat je als schrijver wilt bereiken.

In de praktijk

In mijn manuscript speelt zich een scene af op een eiland. De hoofdpersonen zijn ergens naar op zoek en denken dat het in een grot achter een waterval ligt. Spoiler alert! Maar dat vergeven jullie mij vast wel. Dat stukje kan je op twee manieren opschrijven.

Tell: ‘De jongens stappen door de waterval heen en zijn drijfnat als ze in de grot komen.’

Maar ik koos voor: ‘Zich goed vasthoudend aan de uitstekende rotsen, stappen ze door het omlaag vallende water heen. Zander wringt zijn shirt uit. ‘Wat zei je ook alweer over natte voeten halen? Volgens mij ben ik tot aan mijn onderbroek aan toe echt drijfnat.’

Door het gebruik maken van een dialoog, breng je de scene ook meer tot leven. In dit voorbeeld zegt Zander het tegen één van zijn broers. In het manuscript reageert die broer hierop. Daarop gaat de scene verder. Voor de lezer is het overduidelijk dat Zander nat is, zowel door de dialoog als de handeling, zonder dat het echt verteld wordt.

Conclusie

‘Show, don’t tell’ neemt vaak meer ruimte in beslag. Dit is echter niet erg als daarmee de betrokkenheid vergroot wordt. Het zal alleen wel betekenen dat je keuzes moet maken in wat je allemaal opschrijft, maar dat is iets voor een andere keer. Verder is het natuurlijk helemaal niet erg als je af en toe wat minder showt. Het is een kwestie van de juiste balans vinden. Wanneer moet je meer ‘vertellen’ en wanneer moet je juist meer ‘laten zien’. Het ligt eraan wat je wilt bereiken, wat het doel is van het stuk tekst. En dat is iets waar ik af en toe zelf nog flink mee kan worstelen, maar wel handiger in begin te worden. Ik hou gewoon in gedachten dat elke grote schrijver ooit zo begonnen is en dat de ervaren auteurs vast ook wel eens twijfelen of ze het goed doen.

Show don't tell

Bron 1 en bron 2

Volg je mij al via Facebook, Instagram en Twitter?

Dit artikel bevat één of meerdere affiliate links.

Foto’s: van Pixabay en eigen foto

Miljoenen artikelen
Delen is lief!

Je houd misschien ook van..

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.